Wat is een basisinkomen nou eigenlijk?
May 8, 2021Is er al ervaring met het basisinkomen?
September 2, 2021Hoe een lokale munt kan bijdragen aan het verminderen van armoede
In de zomer van 2017 reisden Leon Arnts en Peter van Lunteren voor INclusion naar Oeganda om onderzoek te doen naar de invoering van onvoorwaardelijke cash transfers (hierna basisinkomen) in een lokale munteenheid, ook wel een complementaire munteenheid genoemd. Het doel van het onderzoek was het vastleggen van de gevolgen voor de lokale economie en het testen van de techniek. In twee dorpen met elk 40 deelnemers werd gedurende drie weken dagelijks een basisinkomen uitgekeerd (omgerekend ± €0.25 per persoon). De deelnemers mochten zelf weten waar ze het aan uitgaven. Deze blog beschrijft de ervaringen, moeilijkheden en resultaten van een tijdelijke invoering van een basisinkomen in een lokale munt in twee kleine dorpsgemeenschappen in het noordoosten van Oeganda.Wat is het doel van een lokale munteenheid?
Het doel van INclusion is chronische armoede en ongelijkheid op een structurele wijze te bestrijden. Dit willen we bereiken door middel van het uitkeren van een basisinkomen aan alle leden van een gemeenschap om de lokale economie stimuleren. Als je mensen geld geeft, verhoog je kun koopkracht en kunnen ze meer consumeren. Dit kan vervolgens leiden tot een toename van de lokale productie omdat de vraag toeneemt. Als zowel de vraag als het aanbod in een gemeenschap toeneemt, groeit de lokale economie. Om dit proces te versnellen hebben we tijdens deze trip gekeken naar de mogelijkheden van een lokale munteenheid. Hiervoor heeft INclusion zelf een munt gecreëerd: TijdGeld. Het idee hiervan is om het basisinkomen langer binnen de gemeenschap te houden; wanneer de bakker bij de lokale boer zijn bonen koopt (i.p.v. in de stad verderop) en deze boer dit geld dan weer gebruikt voor een vis bij de lokale visser, circuleert het geld binnen de gemeenschap. Dit zorgt ervoor dat het geld dat wij geven niet direct uit het dorp vloeit en de deelnemers er dus meer profijt van hebben. Bovendien is het mogelijk TijdGeld bepaalde eigenschappen te geven die economisch gedrag kunnen beïnvloeden.
Wat zijn de voordelen?
Eén van de voordelen van een eigen munteenheid is dat het de mogelijkheid biedt om de mate van gebruik te sturen. Als je bijvoorbeeld zorgt dat het geld iedere dag minder waard wordt gaan mensen het uitgeven i.p.v. sparen. Het lokale geld is omwisselbaar tegen de nationale munteenheid om zo de acceptatie ervan te garanderen. Maar je kunt zorgen dat mensen het lokale geld langer houden en vaker besteden, door een beloning te geven aan mensen die het lokale geld houden en niet omruilen, of door een minimale periode in te stellen waarna omruilen pas mogelijk is.
In het lokale geldsysteem zoals we dat voor ogen hebben – in het lopende project in Uganda wordt dit nog niet toegepast – heft INclusion ook een soort van periodieke belasting op al het TijdGeld in omloop, om te zorgen dat het geld niet wordt opgepot maar juist wordt uitgegeven (bestedingsstimulans). De inkomsten hiervan worden verzameld in een gemeenschapsfonds dat vervolgens weer beschikbaar komt voor gemeenschappelijke uitgaven. Door met de verschillende variabelen te spelen hopen we de perfecte balans te creëren tussen de hoeveelheden lokale en nationale valuta in omloop zodat de gemeenschap het meeste economische voordeel haalt uit het basisinkomen. In deze blog komen helaas niet alle stimulansen aan bod, maar je krijgt hopelijk wel een beeld van de manieren waarop je kunt sturen hoe de gemeenschap het geld gebruikt.
Hoe reageerde de lokale bevolking hierop?
Uiteindelijk is het de bedoeling dat het lokale geld digitaal is – we werken voor het ontwerpen van dit systeem samen met stichting STRO – maar voor dit kleine experiment hebben we een papieren versie gemaakt, die we IOU’s (‘I owe you’) noemen. Zoals je misschien wel kunt bedenken waren de deelnemers in het begin niet erg onder de indruk van deze nieuwe, gekke, zelfgecreëerde valuta. Wat hadden zij eraan? Ze konden er immers nergens mee betalen. Voordat een lokale munt invloed kan hebben is het uiteraard cruciaal dat mensen er gebruik van maken, dus dat ze er vertrouwen in hebben. Precies dat probeerde we via de IOU-markt voor elkaar te krijgen. Leon en Peter openden iedere dag in het dorp hun eigen markt met voedselwaren (bonen, cassave, erwten, etc.). Deelnemers konden hun IOU’s hier inwisselen voor voedsel. Men was nog steeds sceptisch. Twee westerse jongens op bezoek in hun kleine dorpje die zomaar nep geld uitdelen, én dat nep geld kon bij hen ook nog eens ingewisseld worden voor voedsel? Dat hadden ze nog nooit meegemaakt. Nadat ze met eigen ogen zagen dat het werkte begonnen ze het langzaam te vertrouwen.
De IOU-markt zorgt ervoor dat de consumptie toeneemt en mensen vertrouwen krijgen in de munt, maar het stimuleert geen onderlinge handel omdat alles aan de IOU-markt wordt uitgegeven. Door de IOU-markt stapsgewijs steeds kleiner te maken hielden mensen hun IOU’s steeds vaker over. Met deze overgebleven IOU’s gingen de deelnemers onderling handelen omdat ze tegen die tijd vertrouwen in de munt hadden gekregen.
Verschil tussen beide dorpen
Uiteindelijk werd TijdGeld in beide dorpen in grote mate geaccepteerd. De lokale consumptie is door de introductie van het basisinkomen vergroot. In één dorp zijn veel lokale goederen (geiten, dakpannen, bonen, etc.) onderling verhandeld met IOU’s zonder tussenkomst van INclusion. Dit leidde echter niet tot meer productie. Deze goederen kwamen namelijk niet vanuit de gemeenschap zelf, maar uit de stad verderop. In het andere dorpen zagen we amper een toename in handel. Ook zagen we een verschil in het spaargedrag tussen de twee dorpen. Zo gaf een dorp bijna al het basisinkomen uit terwijl het andere dorp juist het grootste deel spaarde. Dit laatste om het TijdGeld later om te kunnen zetten naar de nationale munt en het elders te kunnen uitgeven. De impact van een basisinkomen uitbetaald in TijdGeld had dus in de twee dorpen een ander effect. Factoren die dit beïnvloed kunnen hebben zijn: mate van armoede, vertrouwen in TijdGeld, mate van vraag naar aangeboden goederen, openheid tegenover TijdGeld, begrip van financiële consequenties van economisch gedrag en de mate waarin de deelnemers groepsgedrag vertoonden.
Wat hebben we geleerd?
We hebben geleerd dat de reactie op de introductie van het basisinkomen en TijdGeld erg verschillend is per dorp. Dit benadrukt de behoefte aan een gemeenschapsspecifieke implementatie. Dit experiment was natuurlijk erg kleinschalig met maar 80 deelnemers verdeeld over 2 dorpen. Om een lokale munteenheid in een gemeenschap te laten circuleren heb je producenten en consumenten nodig. In onze dorpen hadden we zo goed als alleen maar consumenten waardoor ze geen optie hadden om hun IOU’s lokaal uit te geven voor hun voedsel. Verder heeft het tijd nodig voordat een gemeenschap zichzelf heeft aangepast. Deze drie weken waren te kort om echt duidelijke resultaten te zien. We zien dit onderzoek dan ook enkel als verkennend experiment en eerste test van het systeem. In toekomstige projecten willen we het basisinkomen in combinatie met het lokale geldsysteem toepassen in grotere dorpen, waar er meer kansen zijn voor lokale productie en handel. En die projecten duren dan ook veel langer – we gaan nu uit van 7 jaar – waardoor de lokale economie ook echt de tijd krijgt zich te ontwikkelen.